achtergrond

Geenstijl

login

word lid

nachtmodus

tip redactie

zoeken

@raymond westerling

De Boze Blanke Man - Raymond Westerling: de Turk

Ik ben van kindsbeen af vertrouwd met het Nederlandse leger en zijn manschappen, want ik groeide op in garnizoensplaats Ede. De soldaten van de zeven kazernes, plus de bloedgeile verpleegsters van de ontelbare bejaardenhuizen, gekkenhuizen en andere zorginstellingen in de woeste wouden rond Ede zorgden voor wat leven in de brouwerij want verder was er geen reet te doen in de Parel van de Veluwe. 

Mijn eerste verzetsdaad was dan ook het kalken van de opruiende noodkreet Waarom gebeurt hier niets op de muur van de Hema, in 1964. Er zijn vele andere Edenezen die deze historische gebeurtenis claimen, maar ik was het dus. Ik mocht toen van mama voor straf die avond niet naar Swiebertje kijken bij de familie Tap, die als enige een televisietoestel had in de Spechtlaan.

Aantekening voor mijn biograaf: ik woonde op nummer 16, maar ben geboren in de Leeghwaterstraat. Wij verhuisden later naar de Nachtegaallaan 42, waar schuin tegenover ons professor Prosper Ego, oprichter en voorman van het Oud-Strijders Legioen (OSL) woonde. 

Die las de jeugd uit de buurt op woensdagmiddag voor uit Mijn Memoires van Raymond Paul Pierre Westerling, aan wie dit feuilleton gewijd is. Op kapitein Westerling kom ik zo terug. Overigens zouden diens memoires door een ghostwriter geschreven zijn, maar daar ga ik mijn tengels niet aan branden.

Mijn hele jeugd was doordrenkt met militarisme. Alle broers van mijn moeder moesten vechten in ons Indië. Vreemd genoeg werd daar nooit over gesproken tijdens verjaardagsfeestjes. Eentje had er een stoma aan overgehouden, ook niet echt een leuk onderwerp als je op een kaasstengel sabbelt.

De ouders van mijn schoolvriendje Bobbie de Boer (dat zijn herinnering tot een zegen mag zijn) baatten het Protestants Militair Tehuis (PMT) in Ede uit, een pretpark vol flipperkasten, biljarttafels en kaartende militairen. Ik heb daar leren zuipen, vloeken én de soldatentaal geleerd, met schitterende termen zoals achteruit eten (kotsen), rukbunker (slaapzak), nukubu (nutteloze kutburger), neukteugels (bretels), lulijzer (microfoon), loho (lompe hond) en kutsoppen (douchen).

En ik kwam daar in contact met de poëzie:

God schiep met een vloek
De legerplaats Oldebroek
En tot overmaat van ramp
schiep hij de Harskamp.

Als krullenjongen van het huis- aan-huisblad Ede Stad had ik al snel doorgekregen hoe ik gratis aan drank kon komen. Als razende reporter versloeg ik modeshows voor bejaarden, braderieën, winkelopeningen en jubilerende werknemers van de ENKA. Minstens drie keer per week moest ik uitrukken naar een kazerne omdat er een militair afzwaaide. Altijd waren er jenever en sigaren. De pers werd in de provincie nog met alle egards behandeld en ik was de koning te rijk.

Ik vond het vreselijk dat ik werd uitgeloot voor de dienstplicht omdat ik van lichting 1959 ben. Ik ben toen ongevraagd toch naar de keuring gegaan, waar ik in mijn gezicht werd uitgelachen vanwege mijn “Beatle-haar”, mijn kromme rug, mijn x-benen en vooral de roze ribfluwelen broek die ik droeg. Om toch in de sfeer van het leger te blijven, draaide ik in mijn rukbunker aan de Nachtegaallaan de hele dag strijdliederen van Johnny Hoes. 

Bon, ik dwaal af.

Tip de redactie

Wil je een document versturen? Stuur dan gewoon direct een mail naar redactie@geenstijl.nl
Hoef je ook geen robotcheck uit te voeren.